4.01.Het aanmaken van een project
Dit komt overeen met “3.02.Project sites” – van MTOPilot & “5.02.Project sites” – van WeldPilot..
Een project kan een opzichzelfstaand project zijn, maar ook een verzameling van kleine projecten of reparaties op een vaste locatie.
Om een nieuw project toe te voegen, klik je op “Add project site” en vul je de benodigde velden in.
Projectinstellingen:
1.Verplichte velden:
•Bij het aanmaken van een lasrecord: velden zoals Lastype, WPS-nummer, Lasdatum, Diameter, en Chargenummer zijn verplicht.
•Bij materiaalcertificatierecords: velden zoals Materiaaltype, Schema, en Certificaattype worden nu gemarkeerd als essentieel.
Tip: Niet ingevulde velden krijgen een rode markering, zodat je snel weet wat er ontbreekt.
2.Validatie op WPS:
•Lassers kunnen alleen worden toegewezen aan een lasrecord als hun kwalificaties overeenkomen met de vereiste WPS. De voorwaarde is dat alle benodigde gegevens volledig en correct worden ingevuld om deze functie optimaal te laten werken.
3.Gearchiveerde projecten:
•Door projecten te archiveren, blijft de lijst met actieve projecten overzichtelijk. Gearchiveerde projecten zijn toegankelijk via de knop Show Archived Sites en kunnen eenvoudig worden hersteld.
4.Materiaalbeheer weergave-instelling:
•Schakel tussen de weergave van materialen in isometrics. Wanneer deze functie is aangevinkt, licht de indicator op zodra materialen aan een isometric zijn toegevoegd.
•Als deze optie niet is aangevinkt, licht de indicator op wanneer een pick lijst is aangemaakt.
Documentinstellingen
In het tabblad Documentinstellingen kunnen alle benodigde documentnummers of benamingen van onderteken velden van applicatiestandaard worden gewijzigd naar bedrijfsstandaard. De belangrijkste opties zijn:
1.Onderaannemer QA/QC, Onderaannemer constructie, Hoofdgebruiker interface, Aannemer QA/QC, Aannemer constructie, NoBo
•Door deze velden in te vullen, worden de labels van handtekeningvelden in het Druktestplan automatisch aangepast, wat zorgt voor meer consistentie in de documentatie.
2.Doc. Nr. & Rev. Nr. en procedurenummer (VT-rapport)
•Bij invulling van deze velden worden de standaardwaarden van het VT-rapport geüpdatet, zodat deze verwijzen naar het juiste documentnummer en de relevante procedure.
3.Doc. Nr. & Rev. Nr. en procedurenummer (LISL (GU) & LISL (MV)-rapport)
•Vergelijkbaar met de VT-rapporten worden bij deze optie de standaardwaarden van het LISL (GU)- en LISL (MV)-rapport bijgewerkt om correct te verwijzen naar documentnummers en procedures.